Geschiedenis van de evolutietheorie

Wie was S. J. Gould?

Evolutie en ontwikkeling in de 20ste eeuw: Stephen Jay Gould Met de val van Ernst Haeckel’s biogenetische wet in 1920, raakte de evolutionaire studie van embryo’s gedurende decennia op de achtergrond van het intellectuele reilen en zeilen. Haeckel’s bewering dat ontogenie phylogenie samenvat was grondig gebarsten, maar het was wel ongecompliceerd. De weinige onderzoekers die de studie van embryo’s en evolutie voortzetten presenteerden een warboel van verschillende soorten van evolutionaire veranderingen – waarvoor ze een mengelmoes van afschuwelijke namen als paedomorphosis, proterogenesis en

Wie ontwikkelde de populatiegenetica?

Toevallige mutaties en evolutie: Ronald Fisher, JBS Haldane, & Sewall Wright Gedurende 70 jaar na de publicatie van het Ontstaan der Soorten (Origin of Species) leek het alsof Lamarck Darwin voor altijd in de schaduw zou stellen. Enerzijds kwamen de meeste biologen ertoe de evolutie als een realiteit te aanvaarden: levende wezens delen een gemeenschappelijke afkomst, en zijn in de tijd veranderd. Anderzijds bleef natuurlijke selectie - volgens Darwin de motor van de evolutie - controversieel. Veel biologen stelden dat er toch wel een zekere ingebouwde “richting” moest bestaan in de variatie

Wie was Ernst Mayr?

De Genetica en de Oosprong van de Soorten (Genetics and the Origin of Species) door Theodosius Dobzhansky inspireerde biologen ver buiten het eigenlijke vakgebied van de genetica. De ornitholoog Ernst Mayr (Fig. 1) (1904-2005) putte gigantische inspiratie uit dit boek terwijl hij aan de slag was in de bergen van Nieuw Guinea. Fig. 1: Ernst Mayr   Mayr legde zich toe op het ontdekken en beschrijven van nieuwe vogelsoorten en hun habitat. Het is niet eenvoudig om nauwkeurig te bepalen welke groep vogels als een soort kan bestempeld worden. Een paradijsvogel kan herkend worden aan de kleuren van

Hoe en door wie werd de evolutietheorie bedacht?

Twee auteurs bedachten onafhankelijk van elkaar de evolutietheorie, Alfred Russel Wallace (1823-1913) en Charles Darwin (1809- 1882). Maar aan het ontstaan van de evolutietheorie ging een lang proces vooraf, waarover u hier en in de andere artikelen in deze rubriek meer kunt lezen. Fig. 1: Charles Darwin   Het geniale van Darwin (Fig. 1), de manier waarop hij plots de biologie ondersteboven haalde in 1859 met de publicatie van “De oorsprong van de soorten”, kan soms de misleidende indruk geven dat de evolutietheorie kant en klaar is ontdekt zonder enige voorlopers in de wetenschappelijke

Hoe werd DNA ontdekt?

  DNA, de taal van evolutie: Francis Crick & James Watson DNA is vandaag misschien wel de beroemdste molecule ter wereld, maar in de geschiedenis van de biologie kwam het eerder laat onder de aandacht van wetenschappers. Gregor Mendel vond enkele van de onderliggende regelmatigheden van erfelijkheid bijna een eeuw voordat DNA werd ontdekt. Bij de eeuwwisseling ontdekten wetenschappers gelijkaardige principes, herontdekten toen Mendel’s werk en beseften al vlug dat het leven op één of andere manier gecodeerd is in genen. Waar deze genen nu precies uit gemaakt waren was een mysterie, maar dit

Hoe verliep de geschiedenis van het evolutionaire denken?

Een kleine greep uit de geschiedenis van het evolutionaire denken in de biologie Het is niet mijn bedoeling echt diep in te gaan op het gedachtengoed van vorsers die ergens bij het tot stand komen van het evolutionaire denken in de biologie van grote betekenis zijn geweest. Ik grijp hier niet terug naar de Griekse oudheid. Ik wil alleen zeggen dat Plato met zijn ideeënleer aanleiding gaf tot het ‘essentialisme’, in de zin dat waarnemingen slechts veranderlijke weerspiegelingen zijn van onveranderlijke essenties. Het spreekt voor zich dat zulke opvattingen het concipiëren van de evolutie

Welke rol speelden fossielen in het ontstaan van de evolutietheorie?

FOSSIELEN EN DE GEBOORTE VAN DE PALEONTOLOGIE Als er één dag moet uitgekozen worden om de geboorte van de paleontologie te dateren, dan is dat misschien wel de dag in 1666 waarop twee vissers een reusachtige haai vingen voor de kust van Livorno in Italië. De plaatselijke hertog beval dat dit curiosum opgestuurd moest worden naar Niels Stensen (1638-1686), beter bekend als Steno. Steno was een Deens anatoom die op dat moment werkzaam was in Firenze. Hij was bij het bestuderen van deze haai vooral getroffen door de opvallende gelijkenis tussen de haaientanden en 'tongstenen', driehoekige

Wat is natuurtheologie?

Sommige geestelijken waren ongerust dat de mechanistische kijk op het leven, onder meer door de bevindingen van William Harvey, die ontdekte hoe het hart van mensen en andere zoogdieren werkte, geurde naar atheïsme. Nochtans geloofden veel van de naturalisten zelf dat zij eigenlijk op een religieuze missie waren. In feite waren een deel van hen zowel naturalisten als theologen. Zij geloofden dat God de hele wereld op zo'n manier geschapen had dat dit plan voor een stuk begrepen kon worden door rationele wezens. Door de complexe structuur van een hand of een veer te bestuderen, kon een

Wie was Theodosius Dobzhansky?

Ronald Fisher en zijn collega's plaatsten het concept van natuurlijke selectie dat Darwin had ingevoerd, op een nieuwe grondslag. Er bleef een even groot project over voor de toekomstige biologen, namelijk de verklaring van wat soorten waren, en waar ze vandaan kwamen, en wat genen daarmee te maken hadden. Het was pas in de jaren na 1930 dat het antwoord hierop duidelijk werd, en dat grotendeels dankzij de bijdrage van Theodosius Dobzhansky (1900-1975) een geneticus uit de Sovjet-unie (Fig 1.). Fig 1. Theodosius Dobzhansky   Dobzhansky, die in 1928 naar de Verenigde Staten uitweek, verrichte

Wie was Gregor Mendel?

Discrete genen zijn erfelijk : Gregor Mendel Gedurende de 19de eeuw bleef erfelijkheid voor geleerden een puzzel. Hoe was het mogelijk dat kinderen gelijken op hun ouders maar er toch van verschillen? Deze vragen frustreerden en fascineerden Charles Darwin diep. Erfelijkheid is immers de basis van evolutie. De variaties in elke generatie zijn het ruwe materiaal voor natuurlijke selectie, terwijl de continuïteit van de ene generatie naar de andere, toestaat dat veranderingen gesmeed door natuurlijke selectie hun lange termijn effecten hebben. Darwin stelde voor dat elke cel in een organisme