De mens voorbij

Vooruitgang en maakbaarheid. 1650-2050

De mens voorbij

Boekinformatie

Over het boek

Zonder God schepping noch voorzienigheid. Geen door God gegeven wetten, macht of moraal. Wij mensen staan er alleen voor, moeten zelf een betere staatsvorm en moraal ontwerpen, wereld en mens maken, moeten onze eigen schepper worden. Dat is het inzicht dat verlichting heet. Goddelijk licht, openbaring, ingeruild voor dat van rede en wetenschap.
 
Een gapende afgrond voor wie zich verlaten voelt door God; leeg de wereld, hol de toekomst. Maar voor verlichte geesten het einde van absolutisme en intolerantie, het begin van vrijheid, gelijkheid, verantwoordelijkheid. Wereld en mens zijn niet langer de best mogelijke, ze veranderen, evolueren. Ze zijn veranderbaar, maakbaar. Van tuin tot plant, van maatschappij tot mens. Verandering als verbetering. Elke volgende generatie zal het beter krijgen. Dat is de bakermat van het vooruitgangsgeloof en de maakbaarheidsideologie die ons meer dan ooit in hun greep hebben.
 
Het grenzeloze optimisme werd bekrachtigd door politieke en industriële revoluties; triomfen van wetenschap en technologie, geneeskunde en biologie; ideologieën die hemelen op aarde beloofden. De negentiende eeuw werkte de verlichtingsideeën uit, reikte instrumenten aan voor hun realisatie. Daar stonden we dan, leerling-tovenaars met een achterophinkende moraal.
 
Als vanzelf ging darwinisme over in sociaal-darwinisme en eugenetica. Niet onredelijk, tuinieren is onkruid wieden, kweken is selecteren. Grote geesten waren er voor, al rekenden ze zonder dictatuur. Na de ontsporing die Auschwitz heet, werd alles op conto van de nazi’s geschreven. Breuk in de geschiedenis. Dit nooit meer. Terwijl we meer dan ooit sleutelen aan wereld, plant, dier en mens.

Over de auteur(s)

Gie van den Berghe (Gent, 1945) is historicus, ethicus en publicist. Hij promoveerde aan de Universiteit Gent als licentiaat en doctor in de moraalwetenschap met een proefschrift over de nazi-kampen (onderling gedrag, overlevingsschuldgevoel) dat hij herwerkte tot Met de dood voor ogen (1987). Het werk van Gie van den Berghe werd bekroond met geschiedkundige en andere prijzen, onder meer de Arkprijs van het Vrije Woord en in 1996 met "De Zesde Vijs" van SKEPP, voor zijn genuanceerde kritische kijk en voor zijn verdiensten in het verspreiden van objectieve kennis inzake pseudowetenschap. Momenteel is hij gastprofessor aan de Universiteit Gent.