Woordenboek

A (32) | B (10) | C (10) | D (8) | E (8) | F (6) | G (4) | H (5) | I (2) | J (1) | K (3) | L (2) | M (13) | N (4) | O (6) | P (5) | R (1) | S (15) | T (6) | U (3) | V (6) | W (6) | X (3) | Y (1) | Z (4)

Naturalisme

(wetenschappelijk, methodisch of epistemologisch naturalisme) De opvatting dat er in de wetenschap geen noodzaak of behoefte bestaat aan bovennatuurlijke verklaringen. Deze opvatting, die van fundamentele betekenis is voor de moderne wetenschap, verdanken we aan de Oude Grieken. De Ionische natuurfilosoof Thales van Milete was (voorzover bekend) de eerste die dit uitgangspunt verwoordde. Voorbeeld: De evolutietheorie geeft een naturalistische verklaring van de biodiversiteit. Meer informatie: http://en.wikipedia.org/wiki/Naturalism

Natuurlijke selectie

De differentiële overleving en voortplanting van organismen die van elkaar verschillen in één of meer erfelijke eigenschappen verschillen. Door dit proces zullen deze organismen binnen een populatie die best zijn aangepast aan hun plaatselijke omgeving meer voorkomen ten opzichte van minder geadapteerde vormen. Dit verschil in overleving en voortplanting is geen gevolg van toeval.

Neontologie

Biologie van tegenwoordig levende organismen, in tegenstelling tot paleontologie, dat betrekking heeft op uitgestorven levensvormen.

Niels Stensen

Gelatiniseerde naam: Nicolaus Steno. Zeventiende-eeuwse Deens anatoom en natuuronderzoeker (1638-1686), pionier van de (geologische) stratigrafie en de paleontologie. Paleontologie: Op basis van de sterke gelijkenis tussen recente en fossiele haaientanden, die toen glossopetrae (tongstenen) werden genoemd, kwam Stensen tot de conclusie dat ze afkomstig waren van haaien uit het verleden, en dat ze in de loop van de tijd geleidelijk waren versteend, zonder dat hun vorm wezenlijk was veranderd. Steno kwam op een gegeven moment tot het standpunt dat geloof en natuurwetenschap niet met elkaar in