Woordenboek

A (32) | B (10) | C (10) | D (8) | E (8) | F (6) | G (4) | H (5) | I (2) | J (1) | K (3) | L (2) | M (13) | N (4) | O (6) | P (5) | R (1) | S (15) | T (6) | U (3) | V (6) | W (6) | X (3) | Y (1) | Z (4)

Genetische drift

Het proces waarbij evolutie plaatsheeft doordat genen zich toevallig meer doorzetten in een populatie. Stel bijvoorbeeld je een eiland voor waar 10 achternamen voorkomen. Op enkele generaties kunnen er toevallig slechts drie overblijven. Dit betekent niet dat daar fittere genen aan zitten, maar dat bijvoorbeeld sommige mannen enkel dochters kregen (achternamen gaan niet in vrouwelijke lijn).

Genoom

De complete erfelijke informatie van een organisme. Doorgaans is deze informatie vastgelegd als DNA; veel virussen hebben RNA in plaats van DNA. Het genoom omvat al het DNA of RNA van het organisme, dus het DNA (of RNA) dat de informatie bevat (‘codeert’) voor eiwitten en ook de niet-coderende gedeeltes van het DNA of RNA.

Gewervelden

Een groep (meer specifiek, een subphylum) dieren die afstamt van een gemeenschappelijke voorouder. Hun gespecialiseerde eigenschap is dat ze een intern skelet hebben, gemaakt van been of kraakbeen.