Wat zijn zogenaamde missing links?

Dominique Adriaens
Universiteit Gent, vakgroep biologie

Evolutie wordt gekenmerkt door graduele veranderingen in een bouwplan van een organisme, naarmate organismen onderhevig zijn aan veranderingen in ecologische omstandigheden. Bij soortvorming ontstaan nieuwe soorten uit een voorouderlijke soort, maar niet alle soorten zijn succesrijk. Heel wat soorten sterven namelijk uit, de ene al sneller dan de andere. Als men nu wil achterhalen wat de evolutieve achtergrond van een bepaalde soort of groep soorten is, dan moet men zich steunen op die informatie die men voorhanden heeft. Gezien heel wat soorten binnen een bepaalde groep (bvb. de mensachtigen) uitgestorven zijn, dan is slechts een klein deel van alle informatie over menselijke evolutie voorhanden. Niet alle soorten zijn vertegenwoordigd in de fossiele evidentie, maar ook van de soorten waarvan men evidentie heeft, is slechts een zeer beperkt deel van biologische informatie voorhanden (bijvoorbeeld, enkel fragmenten van gefossiliseerd skelet).

Wil men nu enig zicht krijgen op de evolutie van een bepaalde groep, dan moet men trachten een verwantschapsboom op te stellen met de informatie die men heeft. Zo is men tot voor de jaren 1970 geconfronteerd geweest met een grote kloof in de kennis over de vroege evolutie van de mensachtigen, wegens het het te weinig beschikbaar zijn van fossiele evidentie. Men wist dat de mens ontstaan moest zijn uit een gemeenschappelijke voorouder met de chimpansee, maar wat er gebeurd was tussen het ontstaan van de eerste mensachtige en het ontstaan van de moderne mens was beperkt tot de laatste twee miljoen jaar (met de vondsten van Homo habilis, Homo erectus en Homo neanderthalensis). In 1976 werden echter belangrijke fossielen gevonden in Tanzania die op die moment een ontbrekend puzzelstukje vormden tussen de eerste mensachtige en Homo habilis. Dit was de vondst van ‘Lucy’, die werd toegewezen aan een afzonderlijke soort die zelfs in een ander geslacht werd ondergebracht (nl. Australopithecus afarensis). De anatomie van Lucy leerde anthropologen heel veel over de overgang van een chimpansee-achtig bouwplan (wat dan de situatie van de eerste mensachtige moet hebben weerspiegeld) naar dat van Homo habilis. Lucy was dus een belangrijke ‘missing link’, die ondermeer aantoonde dat in de loop van de evolutie naar de mens, onze voorouders eerst zijn beginnen rechtop lopen en dat de hersenen pas later zijn beginnen vergroten.

Maar, dit impliceert wel dat er nog steeds ontbrekende informatie is over het bouwplan van de voorouders van Lucy. Dit werd later dan aangevuld met andere vondsten, zoals fossielen van Australopithecus anamensis. Dus ook deze soort was een ‘missing link’. En zo kan men dus verder gaan, tot op het moment dat de vergelijking van al die bouwplannen toelaat om een volledig beeld te krijgen van hoe de evolutieve veranderingen zich hebben opgestapeld. Spijtig genoeg is dit zelden het geval, daar niet alle uitgestorven soorten teruggevonden worden als bruikbare fossielen.