Wat is de moderne synthese? (een korte samenvatting)

Laurence Moran
Senne Braem

Veel mensen verstaan de hedendaagse opvattingen over evolutie niet. Wat volgt is een beknopte samenvatting van de hedendaagse consensus onder evolutiebiologen vandaag de dag.

Over het idee dat leven op aarde geëvolueerd is, werd heel wat discussie gevoerd in Europa eind 18de eeuw - begin 19de eeuw. In 1859 voorzag Charles Darwin een mechanisme, namelijk natuurlijke selectie, dat een uitleg kon bieden over hoe evolutie werkte. Darwins theorie van natuurlijke selectie hielp heel wat mensen overtuigen dat leven geëvolueerd is en tot op vandaag heeft men hiertegen nog geen serieuze wetenschappelijke evidentie kunnen aanbrengen.

Het is belangrijk op te merken dat Darwins boek “The Origin of Species by Means of Natural Selection” (“De Oorsprong van Soorten Door Middel van Natuurlijke Selectie”) twee verdiensten had. Ten eerste vatte het alle bewijsvoering samen voor het idee dat alle organismen uit een gemeenschappelijke voorouder voortkomen, wat een sterk argument voor evolutie vormt. Ten tweede pleitte Darwin voor natuurlijke selectie als een mechanisme voor evolutie. Biologen betwisten niet langer of evolutie nu al dan niet plaats vond. Dit deel van Darwin’s boek wordt nu aanschouwd als zijnde overweldigend bewezen, waardoor men veelal naar het FEIT van evolutie verwijst. Over het MECHANISME van evolutie wordt daarentegen nog steeds gedebatteerd.

We hebben veel bijgeleerd sinds Darwins tijd en evolutiebiologen geloven niet langer dat Darwins theorie van natuurlijke selectie de beste theorie is over het mechanisme van evolutie. Het is begrijpelijk dat dit niet wordt geapprecieerd door de gemiddelde niet-wetenschapper. Het beeld van ‘natuurlijke selectie’ is gemakkelijk te verstaan op een oppervlakkig niveau. Het werd wereldwijd gepromoot in de populaire pers en het beeld van “survival of the fittest” (“de wet van de sterkste”) is zeer krachtig en geschikt om een verklaring te bieden aan de man in de straat.

Gedurende het eerste deel van de twintigste eeuw zorgden de inbreng vanuit de genetica en de populatiebiologie in de evolutiebiologie voor een Neo-Darwiniaanse evolutietheorie die het belang van mutatie en variatie in een populatie erkende. Natuurlijke selectie werd een proces dat de frequenties van genen in een populatie veranderde, wat op zich evolutie verklaarde. Deze visie hield decennia lang stand tot recent deze plaats werd ingenomen door een concept waarbij verschillende andere mechanismen ter aanvulling van natuurlijke selectie aangenomen werden. Wanneer men het heeft over deze hedendaagse ideeën over evolutie, spreekt men wel eens over de Moderne Synthese, die wordt beschreven door Futuyma;
“De belangrijkste grondbeginselen van de evolutionaire synthese, toen, waren dat populaties genetische variaties bevatten in willekeurige (niet adaptief gericht) mutaties en hercombinaties; dat populaties evolueren aan de hand van veranderingen in gen frequenties gedreven door genetische drift, en hoofdzakelijk natuurlijke selectie; dat de meest adaptieve genetische variaties individuele licht fenotypische effecten bevatten, zodat fenotypische veranderingen gradueel zijn (hoewel sommige allelen met discrete veranderingen voordelig kunnen zijn, zoals in bepaalde kleurpolymorfismen); dat verscheidenheid zich voordoet door de vorming van nieuwe soorten, die normaal de geleidelijke evolutie van reproductieve isolatie onder populaties met zich meebrengt; en dat deze processen, wanneer ze voldoende lang duren, tot veranderingen van dergelijke grote omvang leiden dat ze het de benoeming van hogere taxonomische niveaus (soorten, families, enzovoort) rechtvaardigen."
- Futuyma, D.J. in Evolutionary Biology, Sinauer Associates, 1986; p.12

Deze beschrijving zou Darwin helemaal niet begrijpen, aangezien hij van genen en genetische drift niets afwist. De moderne theorie over het mechanisme achter evolutie verschilt daarom dan ook in drie belangrijke opzichten van Darwins basistheorie:

  1. Het erkent verschillende andere mechanismen achter evolutie naast natuurlijke selectie. Genetische drift, wat misschien wel even belangrijk is als natuurlijke selectie, is daar één van.
  2. Het erkent dat karakteristieken kunnen overgeërfd worden als een discrete entiteit die we genen noemen. Variatie binnen een populatie is te wijten aan de aanwezigheid van verscheidene allelen van een gen.
  3. Er wordt gesteld dat de vorming van nieuwe soorten (gewoonlijk) te wijten is aan de graduele opeenstapeling van kleine genetische veranderingen. Dit is hetzelfde als zeggen dat macro-evolutie simpelweg veel micro-evolutie is.

Met andere woorden, de moderne synthese is een theorie over hoe evolutie werkt op het niveau van genen, fenotypes en populaties, terwijl Darwinisme zich hoofdzakelijk meer focuste op organismen, de vorming van nieuwe soorten en het individuele. Dit is een belangrijke paradigmaverschuiving en zij die er niet in slagen dit te waarderen, kunnen moeilijk meedenken met de evolutiebiologen van vandaag. Veel voorbeelden van dergelijke verwarring vinden we terug in nieuwsgroepen, in de populaire pers en in geschriften van anti-evolutionisten.

De belangrijkste controverse onder evolutionisten vandaag de dag betreft de geldigheid van punt 3 (zie hierboven). Er zijn velen die geloven dat fossiele resten geen graduele verandering toont, maar integendeel getuigt van een lange periodes van stabiliteit gevolgd door snelle vorming van nieuwe soorten. Dit model heet men het Punctuated Equilibrium (“Onderbroken Evenwicht”) en het wordt wijd geaccepteerd, tenminste in sommige gevallen. Het debat gaat over de relatieve bijdrages van graduele veranderingen versus meer stapsgewijze onderbrekingen en de gemiddelde omvang van deze onderbrekingen. Dit debat gaat eigenlijk vooral over de keuzes in termen en definities, maar niet over de grondbeginselen. Het model kan uitgelegd worden met de reeds gevonden mechanismen van evolutie.

Sommige wetenschappers spreken over Neo-Darwiniaans, wanneer ze het over de moderne gedachte in evolutie hebben. In enkele gevallen verstaan deze wetenschappers niet dat het onderzoeksgebied veranderd is, maar in andere gevallen verwijzen ze naar wat ik de moderne synthese heb genoemd, alleen behielden ze de oude naam.