Wie is de sterkste die overleeft?

Jan Van Hooff
Prof. emeritus aan de Universiteit Utrecht
Opname: Universiteit Antwerpen |

Lezing in het kader van de lezingenreeeks "Are there Limits to a Darwinian Worldview"? van het Universitair Centrum Sint-Ignatius Antwerpen
Een vaak voorkomende opvatting over de evolutie is de volgende: in de natuur heerst een harde strijd om het bestaan en daarin overleven de sterksten, "the survival of the fittest". Dat is de harde wet van de evolutie. De winnaars dragen de genetische aanleg van de eigenschappen, die hun zo succesvol maakten, over naar hun nageslacht. Dat zullen dus eigenschappen zijn, die ten goede komen aan de zelfhandhaving, zoals assertiviteit, dominantiedrang en agressie. Voor eigenschappen als altruïsme, onbaatzuchtigheid en dienstbaarheid lijkt dus geen ontwikkelingsmogelijkheid te bestaan. Die zouden toch meteen moeten worden weg geselecteerd? En toch treffen we dat soort eigenschappen alom in de natuur aan, en niet alleen bij ons mensen. Weerlegt dat dan niet het Darwinistische evolutiemodel? Nee! Gedragsbiologische en theoretische onderzoekingen tonen dat het darwinistische evolutiemodel wel degelijk de ontwikkeling kan verklaren van eigenschappen, die bijdragen tot de harmonie van sociale gemeenschappen en tot de intoming van zelfzuchtige neigingen. We krijgen zo zicht op de evolutionaire basis van moraliteit, een verschijnsel dat traditioneel gezien is als een product van een uniek-menselijke culturele en ethische ontwikkeling.