Nieuws

Reeds 45000 jaar geleden mensen in Noordwest Europa

Twee melkkiezen uit Italië (zie figuur) en een kaakfragment uit het Verenigd Koninkrijk zijn de oudste restanten van Homo sapiens in Europa. De nieuwe datering van deze fossielen ligt tussen de 45000 en 41000 jaar. De datering is belangrijk om twee redenen. Ten eerste dicht het een hiaat tussen de oudste modern menselijke fossielen en de oudste modern menselijke werktuigen. Hoewel er in Europa diverse stenen werktuigen die worden toegeschreven aan Homo sapiens van ca. 43000 jaar oud zijn, zijn fossiele resten van anatomisch moderne mensen uit dezelfde periode erg zeldzaam. Ten tweede, de

Natuurlijke selectie en menselijke vervuiling

Door de mens veroorzaakte vervuiling speelt een belangrijke rol in natuurlijke selectie. Het klassieke voorbeeld is de berkenspanner, een mot die verkleurde van wit naar grauw toen de berken waarop hij zat grauw werden door de luchtverontreiniging. Een recenter mooi voorbeeld is de resistentie van bepaalde vissoorten tegen PCBs. In de Verenigde Staten werd het vrij dumpen van PCBs in water enkele decennia geleden reeds verboden, maar tussen ca. 1945 en 1975 werden er veel PCBs geloosd in het water van de Hudson rivier. Sporen daarvan zijn nog steeds te vinden in het water. PCBs, die worden

Waarom chimpansees geen Alzheimer krijgen

Een van de uitdagingen van de moderne geneeskunde zijn neurodegeneratieve aandoeningen, zoals Alzheimer en Parkinson syndroom. Door de steeds toenemende levensverwachting stijgt het aantal patiënten met dergelijke aandoeningen. Maar zelfs als we hen buiten beschouwing laten, vertoont ook het normale menselijke brein ouderdomsverschijnselen, zoals een minder goed werkgeheugen. Vanaf de middelbare leeftijd (ca 50 jaar) begint bij de meeste mensen het hersenvolume geleidelijk aan af te nemen. Is dit ook zo bij andere mensapen? Sherwood en collega's, in een recent artikel in de Proceedings of the

Oudste voorouder placentale zoogdieren gevonden

De oudste eutheria, de directe voorouderlijke groep waar de huidige placentale zoogdieren (zoogdieren met een baarmoeder en placenta) uit afstammen, is recent ontdekt in Noordoostelijk China. Het opmerkelijk goed geconserveerd fossiel, Juramaia sinensis, was 160 miljoen jaar oud, en leek op een spitsmuis. De tanden zijn typerend voor de eutheria, het heeft 3 molaren en 5 premolaren. Aangezien de eutheria niet de buideldieren omvatten, wijst dit fossiel uit dat de spitsing tussen de mammalia en marsupalia (placentale zoogdieren en buideldieren) eerder plaatsvond dan gedacht. De splitsing tussen

Mensen uit donkere omgevingen hebben grotere hersenen en ogen

De intensiteit en lengte van de hoeveelheid licht die de Aarde bereikt heeft een invloed op de grootte van de ogen en hersenen bij vogels en primaten. Zoals op de foto te zien is, hebben nachtvogels en nachtprimaten vaak zeer grote oogballen, die hen in staat stellen ook kleine hoeveelheden licht op te vangen. Eiluned Pearce en Robin Dunbar toonden aan dat dit patroon ook geldt voor de mens. Mensen die in omgevingen leven met minder licht hebben kleinere oogballen vergeleken met mensen die in lichtere omgevingen leven. De auteurs vonden een sterke correlatie tussen de gemiddelde grootte van

Electroreceptie bij dolfijnen

Diverse vissoorten en amfibieën zijn in staat elektrische impulsen in hun omgeving waar te nemen, maar in zoogdieren werd dit vermogen tot nu toe enkel bij vogelbekdieren geattesteerd. Bij vissen en amfibieën gebeurt electroreceptie door middel van een speciaal orgaan, het zijlijn orgaan. Bij het vogelbekdier bevinden zich receptoren in de snavel, waardoor het dier in staat is elektrische impulsen van prooidieren op te vangen. Wanneer vogelbekdieren onder water foerageren, sluiten ze hun ogen en orgen zelfs helemaal af, en vertrouwen ze exclusief op de electroreceptie. De Guiana dolfijn

Klimaatsverandering en de impact op kleur bij bosuilen

Omdat soorten goed aangepast moeten zijn aan klimatologische omstandigheden, kan men verwachten dat de recente globale klimaatsverandering een substantiële impact heeft op de evolutie van planten- en diersoorten. Toch is bewijs hiervoor vooralsnog beperkt, vermoedelijk omdat het onderzoek naar klimaatgedreven evolutionaire veranderingen een jong domein is. Het standaardvoorbeeld van micro evolutie (betrekkelijk kleine evolutionaire veranderingen) is de berkenspanner, waarover op deze site diverse artikelen te vinden zijn. De pluimage van de bosuil (Strix aluco) is een ander voorbeeld, recent

Waar komt de handige zesde vinger bij de mol vandaan?

Mollen hebben naast de gebruikelijke vijf vingers een extra 'pseudovinger', die zich vlak naast hun duim bevindt. Daarin zijn ze niet uniek. Ook de reuzenpanda heeft een extra duim. Hoewel huidige landdieren standaard vijf vingers hebben aan elke poot, was dit niet het geval bij de vroegste landdieren, zoals Acantostega. Toen deze vroege amfibieën zich op het land begaven, was er meer variatie in dactylie (aantal vingers) dan vandaag, en was het niet ongebruikelijk dat soorten vijf, zes, zeven en soms zelfs acht vingers bezaten. De anatomie van de poot van diverse soorten mollen (vanaf

De evolutie van talen via fylogenetische stambomen

Talen over de wereld vertonen een grote variatie, maar hebben ook opmerkelijke gelijkenissen in hun grammaticale structuur. De vraag waar die gelijkenissen vandaan komen, is onderhevig aan debat. Sommige linguïsten, in navolging van Noam Chomsky, stellen dat gelijkenissen in grammatica kunnen worden teruggevoerd tot een aangeboren, universele grammatica: een aantal algemene, generatieve regels aan de hand waarvan kinderen een taal leren, en die kunnen worden teruggevonden in alle talen die worden gesproken. Andere linguïsten, waaronder Joshua Greenberg stellen dat gelijkenissen tussen talen