Transmutatie (van soorten)

Term gemunt door Lamarck in 1809 voor zijn theorie dat biologische soorten veranderen in de loop van de tijd. In de 19de eeuw werd daarmee aangeduid wat sinds Darwin evolutie wordt genoemd. Andere negentiende-eeuwse termen voor evolutie waren: de ‘ontwikkelings- hypothese’ (development hypothesis) en de ‘transformatie’ van soorten. Darwin gebruikte zelf ook de uitdrukking ‘afstamming met modificatie’ (descent with modification). Beroemde transmutationisten waren: Georges Buffon, Erasmus Darwin (de grootvader van Charles Darwin), Étienne Geoffroy Saint-Hilaire en Jean-Baptiste de Lamarck. Ook Robert E. Grant, een van Charles Darwins leermeesters in Edinburgh, was een overtuigd transformist.
Pas in de tweede helft van de 19de eeuw, na de publicatie van de evolutietheorie door Charles Darwin, werd de term transformisme vrij snel vervangen door evolutie.
Opmerking: Het gebruik van formuleringen als ‘ontwikkelings-hypothese’ of ‘transformatie-hypothese’ i.p.v. ‘evolutie’ in hedendaagse teksten is doorgaans een goede aanwijzing dat de auteur evolutie afwijst (meestal om religieuze redenen).