Sociaal-Darwinisme

Het begrip sociaal darwinisme verwijst naar alle maatschappelijke theorieën die natuurlijke selectie als uitgangspunt nemen. De kerngedachte van het sociaal darwinisme is dat ‘vooruitgang’ berust op selectie van ‘sterkeren’ en ‘beter aangepasten’.
Sociaal darwinisten passen het begrippenapparaat van het biologisch darwinisme toe op sociale, politieke en economische processen, enerzijds om deze te beschrijven en te verklaren, maar soms ook om bepaalde ideologieën te promoten. Zo heeft het begrip ‘survival of the fittest’ (overleven van de best aangepaste) verklarend vermogen in de economie, maar het is ook een strijdkreet van het kapitalisme en het (extreme) vrije markt denken.
Het sociaal darwinisme was erg populair in de tweede helft van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw, toen sociaal darwinistische redeneringen gebruikt werden om koloniale uitbuiting, racisme en eugenetica te rechtvaardigen. Om die reden heeft de term tegenwoordig een negatieve connotatie.
In fundamentalistische religieuze kringen wordt het biologisch darwinisme vaak aangewezen als de belangrijkste oorzaak van onrecht en uitbuiting. Het is echter belangrijk om zich te realiseren dat kolonialisme, kapitalistische uitbuiting, racisme, seksisme en slavernij al lang in praktijk werden gebracht voordat Darwin zijn evolutietheorie publiceerde.
Meer informatie: Cornelis Andreas Marie Hermans, De dwaaltocht van het sociaal-darwinisme, Uitgeverij Nieuwezijds, 2003.